Een grote groep Nederlanders is zich nog altijd onbewust van de gevaren en risico’s van internet. Een groot deel denkt dat de kans klein is dat ze ermee te maken krijgen, maakt zich er daarom niet al te veel zorgen over en denkt zich hiertegen toch niet te kunnen verweren. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Gfk in opdracht van minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. De resultaten ervan zijn maandag naar de de Tweede Kamer gestuurd.

Veel Nederlanders weten niet hoe er misbruik van computers kan worden gemaakt en op welke manier ze zich hiertegen kunnen beschermen. Terwijl ze zelf juist de risico’s wel denken te kennen. Burgers blijken ook onvoorzichtig. Zo laten ze minder vaak updates van beveiligingssoftware installeren dan dit bij bijvoorbeeld bedrijven gebeurt. Wachtwoorden zijn nog lang niet bij iedereen veilig genoeg en burgers openen nog regelmatig e-mails van onbekenden die mogelijk virussen bevatten.

Maar ook bij de (Rijks-) overheid en bedrijven (ook in vitale sectoren) blijkt dat medewerkers ten opzichte van vorig jaar minder vaak wachtwoorden voor ieder account gebruiken en minder vaak op eigen initiatief hun wachtwoorden periodiek wisselen. Toch is er met name bij ambtenaren van de Rijksoverheid en bij medewerkers van bedrijven in vitale sectoren een hoge bewustheid van de internetgevaren. Zo zijn er steeds meer Rijksambtenaren die nooit bedrijfsgevoelige informatie delen via bijvoorbeeld e-mail, de cloud of een usb-stick.

Vooral bij gemeenten valt nog veel terrein te winnen. ‘Hierbij gaat het zowel om kennis en bewustzijn, gedrag als beleid’, stelt Gfk.

Minister Opstelten gaf maandag het startsein voor de campagne Alert Online, die mensen bewuster moet maken van de gevaren van internet. Meerdere overheidsinstellingen en bedrijven houden hun eigen interne bewustzijnscampagnes en vinden er onder meer masterclasses en seminars plaats.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Opstelten dat de overheid en het bedrijfsleven meer gaan samenwerken om de weerbaarheid tegen cyberaanvallen te verbeteren. Het aantal meldingen van cyberincidenten steeg van 55 in 2006 tot 356 in 2012, zo bleek eerder al uit cijfers.

Hackers die bankrekeningen zouden hebben geplunderd en honderden frauduleuze overboekingen zouden hebben gedaan, maakten hiervoor gebruik van malware.

Malware is de afkorting voor schadelijke software. Deze term staat voor alle ongewenste software die wordt geïnstalleerd zonder dat iemand daarvoor toestemming heeft gegeven. Virussen, wormen en Trojaanse paarden zijn voorbeelden van dergelijke schadelijke software.

TorRAT banking-malware maakt toegang op afstand (remote access) op besmette computers mogelijk. Het kan tijdens internetbankieren informatie manipuleren of wijzigen en in het geheim nieuwe betalingsopdrachten toevoegen of bestaande opdrachten wijzigen.

Phishingmails
Deze malware komt dikwijls op computers terecht dankzij via phishingmails. Dat zijn emails die nietsvermoedende computergebruikers verleiden tot het verstrekken van belangrijke gegevens, zoals wachtwoorden of creditcardnummer. TorRAT zou zich ook via sociale media als Twitter verspreiden.

Deze emails zouden kunnen worden verstuurd middels de webmaildienst Tormail. Volgens internetjournalist Brenno de Winter is dit een anonimiseringsdienst, die zorgt dat ‘de verzender als het ware ‘onder water’ berichten kan versturen en een andere server ervoor zorgt dat de email ergens anders wordt bezorgd’. Hierdoor is de bron van het bericht niet of nauwelijks te traceren.

Bitcoins
De verdachten zouden bitcoins in bezit hebben gekregen. Deze gedecentraliseerde online valuta zijn nog niet in Nederland geaccepteerd, maar worden langzaam maar zeker bekend in de Verenigde Staten. Ze hebben een sterk fluctuerend karakter, maar bitcoins zijn volgens De Winter ‘zeer zeker een bestaand, digitaal betaalmiddel’.

Crimineel verkregen euro’s werden in bitcoins omgezet via een bitcoin exchange service, een soort digitaal grenswisselkantoor. Volgens technologiewebsite Tweakers.com gaat het mogelijk om Fbtcexchange.com. De eigenaar hiervan is sinds enkele dagen spoorloos en het registratieadres is in Woubrugge gevestigd, een van de woonplaatsen van de verdachten.

bron: ANP

Uw computer virusvrij maken of meer willen weten over beveiliging? Klik dan hier

https://qccs.nl/computerhulp-pc-en-computer-reparatie/

De nieuwe iOS-app Intro van LinkedIn is volgens sommige experts een droom voor kwaadwillenden. Privégegevens zouden voor hackers eenvoudig te achterhalen zijn, meldt New York Times.

Intro voegt LinkedIn-gegevens toe aan e-mails door ze om te leiden naar de eigen servers. Daarbij worden de berichten gescreend op relevante informatie. De mailtjes moeten voor dat proces worden ontsleuteld en opnieuw worden versleuteld. ‘Het risico is dat je een mailbox vertrouwt die door LinkedIn wordt gerund. Die inbox is een doelwit voor mensen die je e-mail willen lezen’, stelt Richard Bejtlich.

De topman van cybersecuritybedrijf Mandiant denkt niet dat de mensen die Intro al gebruiken een goed beeld hebben van de veiligheidsrisico’s. ‘Dit soort aanpassingen wordt gemaakt onder het mom van een nieuwe feature of om de snelheid te verhogen, maar in dit geval blijft er maar zeer weinig over van het idee dat mailtjes alleen terechtkomen bij de persoon naar wie je ze stuurt en nergens anders.’

LinkedIn kwam vorig jaar in het nieuws omdat hackers zes miljoen wachtwoorden van gebruikers hadden buitgemaakt. De digitale beveiliging was naar verluidt onder de maat. Vorige maand stapte een aantal gebruikers naar de rechter. Ze claimden dat LinkedIn niet op de juiste manier met hun gegevens is omgesprongen.

bron: BuzzT

Uw computer virusvrij maken of meer willen weten over beveiliging? Klik dan hier

https://qccs.nl/computerhulp-pc-en-computer-reparatie/